Romsdalen (N)

Aanvankelijk rees het plan om in 2017 naar Canada te gaan. Wijziging van periode (februari i.p.v. maart) en opzet (meer een ski- dan toerskitrip) doen me afhaken.
 

 
Op zoek naar een waardig alternatief twijfel ik een tijdje tussen Marokko (Atlasgebergte) en Noorwegen. Er volgt wat mailverkeer met “Noorwegenkennners” Marc F. en Stefan H. De leuke ervaring op de Lofoten twee jaar geleden doet de balans uiteindelijk definitief overhellen naar het noorden.

De keuze valt op de streek van More & Romsdalen. Stefan en Koen kan ik motiveren om mee te gaan.
Er bestaat een prima topo van de omgeving. Deftig kaartenmateriaal is moeilijker te vinden. Een (toerski)kaart op schaal 1:50.000 is het beste wat de Noren te bieden hebben. Goed voor een overzicht, maar te weinig details.

De directe vlucht Amsterdam – Alesund garandeert een vlekkeloze (lees: geen bagageverlies) aankomst. In Isfjorden vind ik een centraal gelegen uitvalsbasis. Koen bekommert zich over de huurwagen.
 

 
De weken voor vertrek volg ik met wat meer aandacht de sneeuw- en lawine-info. Moeilijk in te schatten of de hoeveelheid sneeuw veel of weinig is voor die regio. Bang afwachten.

Na een vlucht van een ca. 1 h 45 en een even lange autorit belanden we zondagavond in het windgat Andellsnes. Een pizzake steken en nog enkele minuten tot in Isfjorden. Ons huisje is top; echt alles erop en eraan.

De eerste dag maken we een verkenningstocht onder een weliswaar stralend zonnetje, maar met onaangename, ijskoude rukwinden. We hebben de indruk dat er voldoende sneeuw ligt, maar dat de wind deze op verschillende plaatsen transformeert tot een hindernissenparcours vol met zastrugis.
 

 
Als ski-alpinist voel ik mij op de eerste plaats alpinist en dan pas skiër. Bij mindere omstandigheden kan ik vrij makkelijk de knop omdraaien: “We zullen het vooral moeten hebben van de mooie beklimmingen en uitzichten… en elke fijne afdaling is mooi meegenomen, maar is lang geen zekerheid.”

Zoals gebruikelijk kent elke trip wel z’n ongemakken. De tweede dag moet Stefan al snel afhaken omwille van voetproblemen. In plaats van alles kapot te lopen, besluit hij wijselijk om in Andalsness zijn schoenen te laten “fitten”.

Zelf kamp ik de ganse week met tandpijn. De eerste dagen enkel na de tocht een half uurtje, stelselmatig wordt dit erger en erger. (In België krijgt dit een vervolg bij de tandarts… en zelfs bij de kaakchirurg).
 

 
De helft van onze acht tochtdagen verloopt onder schitterende condities. Die dagen kiezen we dan ook voor wat langere tochten waaronder enkele van Noorwegens ware toerski-klassiekers: Nyheitinden (1.598 m) , Kirketaket (1.439 m) , Kjovskartinden (1.552 m) en Gjuratinden (1.712 m).
 

Zelfs op de klassiekers (en zelfs op een stralende zondag) zijn we alleen of quasi alleen onderweg.
 

 
Ook de andere dagen blijven we niet bij de pakken zitten: Blafjellet (1.279 m), Blanebba (1.330 m), Skarven (1.048 m), Smorbottfjellet (1.188 m) en Hesten (1.610 m).

Wind, koude, sneeuw… niets houdt ons tegen. Of misschien overdrijf ik nu een beetje. Koen en Stefan houden het op deze “iets mindere dagen” af en toe iets sneller voor bekeken.

Zelf kan ik (soms) wel genieten van wat ruigere omstandigheden. Het toerskiën is tenslotte geen ponykamp ;-). Verspreid over 8 tochtdagen komen we uiteindelijk uit op een kleine 12.000 hm.
 

 
Kan ik een vergelijking maken met de Lofoten? Ja en neen.

Door de constante nabijheid van het water en door de beperkte hoogte van de bergen – tussen 500 en 1.100 m – heb je op de Lofoten steeds het gevoel om recht naar en in de zee (of in het fjord) te skiën.

 
Bij mooi weer blijven de uitzichten daar – voor mij althans – bij de mooiste toerski-ervaringen die ik ooit heb beleefd. Af en toe heb ik dat gevoel ook hier in Romsdalen, maar minder dan op de Lofoten.
 

 
Op het vlak van puur toerskiën – (lees: mooie lange, meer uitdagende tochten met hier en daar een alpine touch uitmondend op een prachtige uitzichtstop) – heeft voor mij de regio van Romsdalen een streepje voor.
 

 
De Lofoten hebben ook wel wat te bieden (Geitgaljetidn, Trollsadelen,…) maar veelal gaat het toch om relatief korte, eenvoudige tochten. Laten we besluiten dat beide regio’s een bezoekje waard zijn.

Na een drietal weken Noorwegen (Lofoten en Romsdalen) ben ik wel van mening dat je voor echt zuivere poedersneeuw wel het nodige geluk moet hebben.
Door de nabijheid van de zee heb je regelmatig behoorlijk wat wind waardoor echt ideale condities niet lang stand houden.
 

 
Het internet staat vol met de prachtigste filmpjes … maar of die de dagdagelijkse winterse realiteit weerspiegelen is met een dikke korrel (zee)zout te nemen.

Los daarvan… voor ware winterbergsporters is Noorwegen de moeite waard… en ja we hebben ook leuke afdalingen gehad… maar een garantie is het niet. Een sneeuwgarantie biedt Noorwegen daarentegen wel.
 

Koen, Stefan… het was een aangename week ;-).

 

Meer foto’s: www.facebook.com/toerski.be

Peter