Afsluiting seizoen ’13/’14

Zoals (aan mezelf) beloofd zou het seizoen niét eindigen met weerom een afgelaste toerskitrip… oh neen.

P1100438

Intro:

Onze jaarlijkse afsluiter in de maand mei kenmerkt twee vaste patronen. Ten eerste: van het lijstje van 7 kandidaten (*) blijven er bij vertrek maar twee over. Mijn Franstalige collega’s zouden zeggen: “Les excuses sont faites pour s’en servir… n’est ce pas?” Ten tweede: de weersomstandigheden spelen ons constant parten en bezorgen me de nodige (plannings)(kop)zorgen.

(*) Wat dat kandidatenlijstje betreft. U kan zich géén kandidaat stellen. U wordt gevraagd. Een beetje zoals bij de logebroeders maar dan zonder inwijdingsritueel. De toelatingsvoorwaarden zijn niet van de poes. U dient BPA-monitor te zijn. U beschikt over ruime zelfstandige alpine- en toerski-ervaring. Op fysiek vlak is de eis minder strikt. Het conditionele peil van een gemiddeld “Jupiler League”-voetballertje volstaat. Daarnaast moet het “karakterieel” matchen met de organisator. En als deze laatste een tocht of afdaling voorstelt dan mag hierop weliswaar gereageerd worden met : “No way…”, “Zijde gij zot…”, “Idioot”, “Onnozelaar” en ander fraais.  De initatiefnemer beschikt namelijk over een brede rug en kan veel verdragen… als finaal maar gewoon het plan wordt gevolgd ;-).

De voorspellingen zijn al enkele weken – laten we zeggen – wispelturig. Midden mei blijft onze laatste kans. Het gebruikelijke telefoonverkeer met de “Alpenwetter Service” in Innsbrück wijst ons de weg naar Noord-Italië.

 P1100444

Dolomieten:

De Dolomieten draag ik al lang een warm hart toe. Jaren organiseerde ik er het BPA-familiekamp. Nu eens in Cortina, dan weer in Canazei, Pozza di Fassa,… Vele kinderen en ouders hebben hier de smaak te pakken gekregen : wandelen, Vie Ferrate, klimmen, kamperen,…

De Dolomieten hebben deze winter ruimschoots hun deel gekregen van het witte goed. Zoveel dat er zich midden mei nog mogelijkheden tot toeren aanbieden.

We starten onze week aan de Sellapas. Het bereiken van deze pas is – met zomerbanden – kantje boord. Vanuit de pas beklimmen we de Langkofelscharte. Vervolgens duiken we 500 hm de noordkant naar beneden. De nachtelijke sneeuwval maakt dit tot één van de fijnste afdalingen van het seizoen. We klimmen weer naar de Scharte en skiën tot aan de auto. Goed begonnen is half gewonnen… om een gemeenplaats te gebruiken

We overnachten in het bijna doodse Canazei. ’s Morgens staan we paraat aan de Fedaiapas. De voorspellingen zijn zus en zo… het kán mooi worden maar ook niet ;-). We sporen richting Marmolada di Penia 3.343 m. Zo’n 500 hm onder de top slaat het dicht. We trekken verder. Gokken op een weersverbetering?

Om de topgraat te bereiken via de oostflank biedt in het zomerseizoen een kabel wat soelaas. In de winter en het voorjaar is dit even anders. Beiden menen we de ideale “Rinne” gevonden te hebben.  We klimmen elk een eigen lijn : 100 à 150 hm… 55°. Ski’s op de rug, het is de beurt aan stijgijzers en piolet.

Bijna boven klaart het uit.  Voor enkele jaren beklom ik in de zomer – na twee winterse dagen – met Wim, Fons en Walter de Marmolada N-wand. Toen al met spijt dat ik geen ski’s bij had. Terwijl Geert nog in “zijn” Rinne zit neem ik een kijkje in de wand. TD: letterlijk en figuurlijk. Vrijwel samen bereiken we top. “Doen we de noordwand Geert?”

Marmolada 2

Van vorige trips weet ik dat Geert voorzichtig en gecontroleerd afdaalt. Hij wordt niet snel overmoedig. En… de NO-wand van de Gwächtenhorn heeft hij vorig seizoen toch ook zonder problemen gemeesterd? Samengevat: ik heb er alle vertrouwen in. Normaal ski ik dergelijke afdalingen liever alleen.  Dit is vaak al “stressy” genoeg… zonder bijkomende druk o.w.v. bezorgdheid over een compagnon.

Zoals geschat zijn de condities niet super maar best OK. We kiezen elk een eigen lijn om geen (sneeuw)brokken op mekaars hoofd te gooien. In dergelijke steile flanken (50°) schuift er bij elke bocht sowieso een hoop rommel naar beneden. De rotseilanden in de wand verhogen de moeilijkheidsgraad aanzienlijk.

’s Avonds bij het doorbladeren van de topo stelt Geert vast dat we niet gebruikelijke noorwand route gedaan hebben. Deze “normaalroute” loopt niet echt door de wand. Het traject gaat er in een bocht rond … ook best steil (40-45°). Tuurlijk wist ik dat we niet dié route genomen hebben. Met mijn zomerse ervaring met de noorwand en na inschatting van de sneeuwcondities leek een directe(re) afdaling verantwoord. Quod erat demonstrandum.

Na de “Ostrinne” op de Königspitze tijdens de paasvakantie is dit in het seizoen ‘13/’14 een tweede beklimming annex afdaling van m’n verlanglijstje.

De volgende dag doen we  het iets rustiger aan. Naar de Marmolada Punta Rocca 3.265 m zijn het weliswaar een kleine 1.300 hm – waarvan 600 hm stevig spoorwerk – maar “mentaal” is deze tocht een stuk makkelijker. Op de topgraat blaast een orkaanachtige noorderwind… het enige min(us)puntje van deze route. Daarna volgt een zéér genietbare afdaling tot op drie meter, het kunnen er ook vier zijn – pin me hier niet op vast – van de auto.

DSC04483

De dag zit er nog niet op. We trekken immers verder naar Santa Catarina Val Furva. Een stevige autorit van +/- 4,5 uur doorheen Lombardije.

Ortler:

In 2012 heb ik hier voor een aantal enthousiaste deelnemers een basisstage alpinisme verzorgd. En nog wat langer geleden gaf ik hier met mijn Oostenrijkse vriend Heli een skihoogtoerenstage. Dat deze regio mogelijkheden biedt, weet ik. En dat de Rifugio Forni 2.150 m een uitstekend onderkomen is… dát weet ik ook.

De tochten zijn van hieruit 400 à 600 hm langer dan vanuit Rif. Branca of Rif. Pizzini. We verkiezen de luxe (douche, lekker eten… ècht lèkker, glaasje wijn,…) van de Forni boven één of ander ongezellig Winterraum. Die extra hoogtemeters neem ik er met de g(l)(r)imlach bij.

De Pizzo Tresero 3.594 m vormt ons eerste doel. Een lange, mooie tocht… enkel de steile flank tussen Tresero en Cima San Giacomo herbergt het nodige gevaar. Vannacht waaide het énorm hard met de nodige “Schneeverfrachtung” en bijhorend lawinegevaar tot gevolg.

De klim verloopt vlot. Onze afdalingsvariante via het “Kanonenrohr” is om van te snoepen: skitechnisch én landschappelijk. Het lijkt me nog te vroeg om naar de Rifugio te gaan. Na een korte break pols ik Geert om nog 450 hm omhoog te sporen tot op de Isola Persa. Even twijfelt hij.  “Kom Geert, minimaal één keer per seizoen moet je 2.000 hoogtemeters doen, of niet”?

DSC04339

De Punta San Mateo 3.678 m komt als volgende aan de beurt. Net als bij onze vorige tochten zijn we alleen – of toch minstens als eersten – op weg. Het spoorwerk, het vinden van het juiste traject – zowel op als af – is ook nu weer voor de “Flachländer”. Zo hebben we het graag. Een bestaand spoor volgen – laat staan een andere groep achterna lopen – is niet echt (echt niet) ons ding.

Weer is het een mix van zon én toppen die al dan niet in de wolken verdwijnen. De noorderwind is eveneens op afspraak. De weergoden zijn ons deels gunstig gezind: net als op de Tresero is op de top van de San Mateo het zonnetje van de partij. Ver kunnen we niet kijken. Het zicht is acceptabel genoeg om leuke afdalingsvarianten te zoeken…én te vinden.

Nauwelijks durf ik het voor te stellen maar doe het toch : “Zin om de Isola Persa langs de andere zijde er ook bij te nemen?”  Geerts twijfelbarometer slaat nog wat dieper in het rood. “Maar kom éne keer 2.000 hoogtemeter is géne keer… dus vooruit met de geit.”

Aan de hut nuttigen we een overheerlijke “Nusstorte mit Vanillesauce”. En wat morgen? De “previsioni meteo” zijn niet (al te) slecht. Monte Pasquale en Cevedale ? Beide valleien pakken wel meer zon. De sneeuwgrens ligt hier dan ook 100 à 200 hm hoger.

DSC04487

En waarom niet de Punta Cadini 3.524 m?  Voor twee dagen heeft iemand van de bergwacht met  partner de noordwand beklommen. Langs de normaalroute zijn ze afgedaald. Zijn informatie, het beeld dat we zelf hebben van de berg plus de topobeschrijving… meer dan voldoende gegevens. Een beklimming én afdaling (op ski’s) van deze wand lijkt me de perfecte afsluiter.

Vrijdagavond, weekend voor de deur… in de rifugio is het een beetje drukker. ’t Is te zeggen: we zijn niet langer quasi alleen maar met z’n vijftienen. Enkele Italianen verschaffen we – aan de hand van de topo en foto’s – de nodige info over de beklimming van de San Mateo. “It’s simple… just follow our todays track.”

De condities in deze regio zijn – zeker voor midden mei – prima. Zaterdag verwacht ik dan ook wat “locals” die vroeg met de auto naar boven komen om hiervan optimaal te profiteren. Aan de ontbijttafel treuzelen we niet. We zijn bij de eersten op stap.

Vrij snel merken we een “treintje” dan ons spoor volgt. En ze blijven volgen. “Hé jongens, als jullie de San Mateo willen doen… het is niet langs hier”, mompel ik. Maar ze blijven volgen. Na een tijdje valt “hun euro”… oeps rechtsomkeer maken !

In de verte stappen enkelen toch onze richting uit. Ik wil absoluut als eerste de wand in. Tijd voor een eet- of drinkpauze is er niet. Wellicht tot tegenzin van mijn klimmaat? Zelf teer ik wel op m’n vetreserves. Voor Geert gaat deze vlieger niet op.

Door de verse sneeuwval en wind is van het twee dagen oude spoor niets meer te zien. Het eerste stuk in de wand is nog met ski’s te behappen. Maar boven de 40° houdt het ook met “Spitzenkehren” stilaan op. De ski’s op de rug en de wand recht naar boven. Aanvankelijk 45° en dan steiler. Veel meer dan 50° schat ik het niet. De oostflank en de noordwand van de Punta Penia zijn beslist steiler.

Na de wand volgt een kort sneeuw- en rotsgraatje tot op de top. Een trio dat de normaalroute verkiest, ziet kans om enkele minuten voor ons de wand af te skiën. Jammer… maar de wand is breed genoeg.

P1100532

De sneeuw in de wand is niet van de beste kwaliteit. Na 6 beklimmingen en 9.000 hm schreeuwt de musculus quadriceps femoris om rust en niet om nog een steile afdaling. Het engagement van de afdaling is gelukkig een pak minder dan in de directe noordwand van de Marmolada. En zeker minder dan op de Königspitze en Hoher Angelus die ik eerder op het seizoen bedwong.

De Punta Cadini loopt na 3 à 400 hm uit in vrij vlak terrein. De flank is bovendien niet bezaaid met rotsbarrières of andere hindernissen. Een valpartij leidt wellicht tot blauwe plekken, kneuzingen, ontwrichte schouders en ander leuks… Maar om “fataal” te zijn moet je al over een wel erg luie engelbewaarder beschikken. Voor debutanten in het “steilwandfahren” een aanrader. Let op: dit zegt niets over mogelijk lawinegevaar!  Klimmen en skiën is één ding, het inschatten van gevaren een ander!

Om 12.00 h bereiken we de Rifugio Forni. Douche nemen, nog een Nusstorte, auto inladen en via Livigno en de Pass dal Fuorn richting Oostenrijk. Ah ja… de kortere weg langs de Stelvio is immers nog gesloten. Hoe ze dit gaan klaren voor de doortocht van de Giro? Ben benieuwd.

DSC04395

Het autorijden gaat vlotjes. We wisselen af én voor middernacht dropt Geert me in Oud-Turnhout. Langkofelscharte, Punta Penia, Punta Rocca, Pizzo Tresero, Punta San Mateo én Punta Cadini. Lang geleden dat onze meitrip nog zó succesvol was.

Mooie bergen, hoge bergen en enkele pittige skibeklimmingen en – afdalingen. Met zijn tweetjes onderweg zijn, heeft ook z’n voordelen. Bedankt Geert voor deze fijne week.

Meer foto’s: facebook